|  | Voorlopige beschrijving. | 
| Lasioglossum pauxillum - kleigroefbij | |
| Vrouwtje zwart met doorschijnende achter randen op de bovenkant van het achterlijf (tergieten) | |
| Mannetje slank ten opzichte van het vrouwtje.en met lange antennen | |
| Lengte ca. 4 mm. | |
| Vliegperiode maart-september (oktober) | |
| Foto Dik Belgers | |
| Voorlopige beschrijving | |
| Nest en milieu: nestellen in klei- en leemgronden. Vooral langs de rivieren | |
| Bloembezoek: ondermeer meidoorn, paardenbloem, streepzaad, echt bitterkruid, akkerdistel en andere composieten, boterbloemen en schermbloemen. | |
| Voorkomen: vooral in Limburg, Zeeland, de Betuwe en Midden Nederland | |
| Beheer: Op veel plekken vooral maaibeheer gericht op bloemrijk grasland zoals bermen en dijktaluds en bloemrijke kruidachtige vegetaties langs houtige begroeiingen. | |