Gewone tubebij
Stelis breviuscula
Kleine zwarte, grof gepuncteerde bijen, met lossje witte haarbanden op einden van de sternieten; achterranden sternieten zwart; kop en borststuk grof gepuncteerd
Lengte: vr 6-7, m 5-6 mm
Lees meer
 

Grafiek en kaartje naar T.M.J .Peeters et al.
Vrouwtje: onderkant schenen (tibia) met stekelige, ongelijke en relatief vrij lange beharing; lengte 6-7 mm.
Mannetje: kop duidelijk langer dan breed; 2e sterniet grof gepunteerd en eindranden 3e en 4e sterniet ingedrukt en aan de eindranden wimperachtig geelrood behaard; lengte 5-6 mm.
Vliegperiode: juni - augustus.
Habitat: als bij tronkenbij; dus ook vaak in stedelijk gebied inclusief tuinen.
Nesten: is koekoeksbij bij tronkenbij die in hoofdzaak in dood hout nestelt.
Bloembezoek
Allerlei planten, maar net als de gastheer voornamelijk op composieten, onder meer op zonneogen..
Voorkomen in Nederland: vrij zeldzaam in het Zuidoostelijk deel van het land (
Koekoeksbijen: is zelf een koekoeksbij die parasiteert op de zwartgespoorde houtmetselbij (hoplitis leucomelana) en tronkenbij (Heriades truncorum)
Beheer: de gewone tubebij is afhankelijk van zijn gastheren zwartgespoorde houtmetselbij en tronkenbij. Als we deze tubebij in stand willen houden moet het beheer gericht zijn op deze gastheren. Dat betekent ecologisch landschap- en vegetatiebeheer.
Dat moet leiden tot vegetaties die nestgelegenheid opleveren voor wilde bijen die in stengels en dood hout nestelen. Daarnaast mag er vóór en tijdens de vliegperioden van beide gastheren niet worden gemaaid. Dit geldt vooral voor zwartgespoorde houtmetselbij die grotendeels afhankelijk is van bloemrijke vegetaties buiten het stedelijk gebied.
 
Gewone tubebij Terug
 
 
Gewone tubebij (vr) Terug
 
Gewone tubebij Terug
 
Gewone tubebij op zonneogen Terug
 
Gewone tubebij Op zonneogen Terug
 
Gewone tubebij Op zonneogen Terug
 
Gewone tubebij Op zonneogen Terug
 
Gewone tubebij op meisjesogen Terug
 
Gewone tubebijop meisjesogen Terug