|
Glanzende dwergbloedbij
Sphecodes geofrellus |
| Zwarte bijen met gedeeltelijk rood achterlijf |
| Lengte: vr 4,5-6, m 5-6 mm |
| Lees meer |
| |
|
| |
| |
| |
| |
|
 |
|
| -Grafiek en kaartje naar T.M.J .Peeters et al.- |
| Beschrijving: Zwarte bijen met gedeeltelijk rood achterlijf; vrouwtje met een verspreide punctering op de bovenkant van het borststuk. Het middenveld is ten opzichte van brede dwergbloedbij smaller en spitser en duidelijk bezet met lengte ribbels. |
| Vliegperiode: april-september. |
| Habitat: in grazige tot ruige vegetaties op zandige tot lemige bodems; in het openveld, langs bosranden, stedelijk groen en in tuinen. |
| Nesten: parasiteert bij groefbijen (onder meer Lasioglossum Leucopus, gewone smaragdgroefbij; L morio, langkop smaragdgroefbij) |
Bloembezoek
Fluitenkruid, kruisdistel, wilde reseda, muurpeper, paardenbloem, vertakte leeuwentand, voorjaarsganzerik. |
| Voorkomen in Nederland: Buiten de zeekleigebieden vrij algemeen. |
| |
|
| Glanzende dwergbloedbij (vr) |
Terug |
 |
| |