Klokjesdikpoot
Melitta haemorrhoidalis
Duidelijk behaarde bijen, die in het veld het meeste doen denken aan zandbijen; bij de vrouwtjes met haarbandje op het einde van de tergieten; de mannetjes zijn lang behaard.
Lengte: vr & m 11-13 mm
Lees meer
 

Grafiek en/of kaartje naar T.M.J .Peeters et al.. Waarneming.nl. en anderen.--
Duidelijk behaarde bijen, die in het veld het meeste doen denken aan zandbijen; bij de vrouwtjes met haarbandje op het einde van de tergieten; de mannetjes zijn lang behaard. (11-13 mm).
Vrouwtje: achterlijf met smalle witte haarbandjes en met oranjegeel behaarde achterlijfspunt.
Mannetje: mannetje geheel geelbruinachtig behaard
Vliegperiode: half juni-eind augustus
Habitat: komen voor in tuinen waaronder stadstuinen, parken, wegbermen, stadsbermen, langs randen van beplantingen, bos randen, in bermen in kleinschalig agrarisch cultuurlandschap, tegeltuinen; botanisch tuinen, in ieder geval in de periode 1980 - 1996 op veel plaatsen langs spoorwegen.
Nesten en schuilplaatsen: de vrouwtjes graven een nest in de grond. Onder normale omstandigheden overnachte de vrouwtjes in de grondnesten, maar als ze door slecht weer of plotseling opkomende kou worden overvallen blijven de vaak in de bloemen. De mannetjes overnachten vaak in bloemen die voldoende dekking bieden; dat zijn meestal verschillende campanulasoorten in de omgeving. In het landschap het meest grasklokje, maar in tuinen vooral in bloemen van akkerklokje en ruig klokje. Verder veel in bloemen van Muskuskaasjeskruid, vooral in het stedelijke gebied; verder minder vaak in cichorei.
Bloembezoek
Is geheel afhankelijk van (gespecialiseerd op) klokjes: akkerklokje breedbladig klokje. Campanula Poschaskiana, grasklokje, kluwenklokje, prachtklokje, rapunzelklokje, ruigklokje,
De mannetjes vliegen veel op veel andere plantensoorten: muskuskaasjeskruid, groot kaasjekruid, grote tijm, gewoon knoopkruid, klein streepzaad, beemdooievaarsbek.
Het stuifmeel van campanula is witachtig, bij honingbijen is dat goed te zien; maar in tegenstelling met honingbijen en de meeste andere bijen wordt tijdens bloembezoek het stuifmeel vermengd met nectar dat dan een lichtgele kleur krijgt en dan ook in grote klompen aan de achterpoten vervoerd kan worden.
Koekoeksbijen: vermoedelijk Nomada emarginata.
Voorkomen in Nederland: vrij algemeen in het grootste deel van het land; in veen- en kleigebieden alleen in tuinen. Komt in stedelijk gebied van de randstad vermoedelijk aanzienlijk meer voor dan nu bekend is. Onder meer Schiedam in 2011 op ruigklokje.
Beheer: klokjes dikpoot komt het meest voor op grasklokje, een soort van vrij schrale tot iets voedselrijke bodems. Dus mag er maximaal 1 x per jaar in de nazomer of vroege herfst worden gemaaid. Ruig klokje groeit al dan niet geïntroduceerd meestal in zomen, deze kunnen in de winter gefaseerd worden gemaaid. In alle andere gevallen nooit vóór of tijdens de bloei maaien.
 
Vrouwtje in vlucht op weg naar ruig klokje Terug
 
Klokjesdikpoot (vr) bij ruigklokje -- Terug
 
Klokjesdikpoot (vr) bij ruigklokje -- Terug
 
Klokjesdikpoot (vr) bij ruigklokje -- Terug
 
Bloembezoek Terug

Stuifmeel wordt verzameld --- Terug
 
Stuifmeel wordt verzameld Terug
 
Vrouwtje zonnend op blad met oranjegeel behaarde achterlijfspunt -- Terug
 
Mannetje op grote tijm --- Terug
Mannetje op grote tijm Terug
 
Mannetje op grote tijm Terug
 
Mannetje op muskuskaasjeskruid --- Terug
 
Mannetje op muskuskaasjeskruid Terug
 
Mannetje op gewoon knoopkruid --- Terug
   
Mannetje op gewoon knoopkruid Terug
 
Mannetje op gewoon knoopkruid Terug
 
Mannetje op gewoon knoopkruid: het gezwolle kwauwlid is goed zichtbaar Terug
 
Een mannetje zonnend op akkerklokje Terug
   
Klokjes dikpoot (m) zoekt nectar op Geranium 'Rozanne' Terug
 
Klokjesdikpoot (vr) zoekt nectar op Geranium 'Rozanne' Terug
 
Klokjesdikpoot (vr) zoekt nectar op Geranium 'Rozanne' -- Terug