Zilveren fluitje
Megachile leachella
Zwarte bijen met witte haarbanden; de vrouwtjes maken een hoogzoemend geluid
Lengte: vr 10-11, m 8-10 mm
Lees meer
 
 

Grafiek en/of kaartje naar T.M.J .Peeters et al.. Waarneming.nl. en anderen.
Vrouwtje: buikschuier (scopa) vrijwel geheel wit; achterranden van tergiet 3-4 niet dicht gepuncteerd; 6e tergiet met 2 vlitvlekken; lengte10-11 mm. Het vrouwtje valt in het veld vooral op door het hoogzoemeng geluid, waar sde naam zilverfluitje naar verwijst.
Mannetje: 6e tergiet met dicht aanliggende witviltige beharing (zie plaat); lengte 8-10 mm
Vliegperiode: jun-half augustus.
Habitat: in grazige vegetaties in de duinen en duinranden, op Vlieland ook in aantal op een kleidijk. Het is niet uitgesloten en er is zelfs een redelijke kans dat zilverfluitje ook in tuinen voorkomt. De tuinen moeten wel direct grenzen aan de open duinen of in de duinen liggen. Voorwaarde is wel dat de tuinen in de volle zon liggen en het gebied niet is omringd door bos. Op Oost Vlieland vliegt zilverfuitje, langs de Waddendijk achter de tuinen langs.
Nesten: in zandige bodems, in hoofdzaak open plekken duinhellingen. De nestingangen zijn te vinden op vlakke bodems en op steile kantjes. Nelstelen ook in verlaten kevergangen in dood hout en in holle stengels. Nestelt solitair, maar ook met tientallen nesten op een plek . Nestplaatsen ontstaan onder meer door extensieve recreatie, extensieve begrazing en uitstuiving. ( zie foto's). Het nest zelf ligt vaak in droog en mul duinzand. Het instortingsgevaar wordt voorkomen door de doorworteling van de ijle vegetatie rond om het nest.
Bloembezoek
Gewone rolklaver, kattendoorn, kruipendstalkruid, lucerne, slangenkruid, witte honingklaver, witte klaverdaarnaast op tientallen andere soorten planten onder meer, braam lamsoor; en wilde liguster. Westrich 1989 noemt ook wilde tijm, tripmadam, luzerne, zandblauwtje.
Voorkomen in Nederland: vrij algemeen tot algemeen in de kustduinen inclusief de Waddeneilanden; daarbuiten zeer zeldzaam. Kwam decennia geleden ook op de binnenlandse stuifzanden en in rivierduinen maar is daar vrijwel verdwenen.
Koekoeksbijen: duinkegelbij Coelioxys mandibularis.
Beheer: in de duinen wordt de zilverenfluitje door verstuiving, extensieve begrazing en recreatie in standgehouden. Daar buiten is het beter om tijdens de vliegperiode niet te maaien of dat gefaseerd uit te voeren. Tuinbezitters en hoveniers met groene vingers kunnen met bovengenoemde planten zilverfluitje proberen aan te lokken.
 
Zilveren fluitje - Megachile leachella Terug
 
 
 
Zilveren fluitje - Megachile leachella op witte klaver (vr) Terug
 
Zilveren fluitje - Megachile leachella (vr) (foto Cor Zonneveld: http://www.corzonneveld.nl) Terug
 
Zilveren fluitje - Megachile leachella (m) (foto Cor Zonneveld: http://www.corzonneveld.nl) Terug
 
Zilveren fluitje - Megachile leachella (vr) op wilde liguster en witte klaver Terug
 
Zilveren fluitje - Megachile leachella (vr) op wilde liguster en witte klaver Terug
 
Nestplaatsen ontstaan onder meer door extensieve recreatie: het toegangspad naar het uitzichtpunt.
 
Uitzichtpunt - Op dit uitzichtpunt , achter de Kroonpolders van Vlieland, nestelen 10 tot 20 zilverfluitjes. De nestel liggen hier zowel op de vlakke delen als op de steile kantjes. Door recreatie is vooral het laatste deel van het pad steeds dieper geworden. Op deze plaats nestelen onder meer ook veel pluimvoetbijen en donkere zijdebij.
 
Zonder recreatie zou, net als in het omliggende gebied, deze plek volledig met duindoorn zijn dicht gegroeid
 
Nestingang van zilverfluitje
 
Zilverfluitje graaft nest
 
Zilverfluitje voor nest met stuifmeel