Berijpte geurgroefbij
lasioglossum albipes
Lijkt op gewone geurgroefbij. Vrouwtje: tergieten met lichte achterranden die bij matig sterke vergroting doorschijnend zijn. Mannetje: opvallend slank, met donkere antennen. .; bovenkant achterlijf met zwarte en rode patronen
Lengte: 6-9 mm
Lees meer
 
-Grafiek en/of kaartje naar T.M.J .Peeters et al.. Waarneming.nl. en anderen.
Lijken veel op gewone geurgroefbij
Vrouwtje: tergieten met lichte achterranden die bij matig sterke vergroting doorschijnend zijn. De eerste tergieten meestal grijsblauw (melkachtig) berijpt; borststuk grijsbruin behaard.
Mannetje: opvallend slank, met donkere antennen; kaken, lip (labrum) en schouderlobben geel; bovenkant achterlijf met zwarte en rode patronen, maar kan ook volledig zwart zijn.
Vliegperiode: arpil - oktober.
Habitat: vooral bloemrijke grazige vegetaties op lichte minerale bodems (zand, zavel, leem).
Nesten: in de grond, op open plekken tussen de vegetatie
Bloembezoek
Bezoekt vooral gele composieten: gewoon biggenkruid, groot streepzaad, jacobskruiskruid, muizenoor, vertakte leeuwentand, Volgens Westrich (2018). ook beemdkroon. gewoon duizendblad, knoopkruid, madeliefje,
Houtigetige soorten: sprokehout.
Voorkomen in Nederland: vrij algemeen.
  Terug
 
  Terug