|
Boemerangmaskerbij
Hylaeus difformis |
| Beide geslachten zijn goed herkenbaar aan de
haarfranjes (ijle haarbandjes, haarvlekken) op zijkanten het 1e en 2e (1e-4e) tergieten |
| Lengte: vr. 7-8, m 6-8 mm |
| Lees meer |
| |
|
|
 |
|
| Grafiek en kaartje naar T.M.J .Peeters et al. |
| Vrouwtje: kop achter de ogen sterk versmald; 1e tergiet fijn en onregelmatig gepunteerd, punttussenruimte zeer glad en glanzend; lengte 7-8 mm. |
| Mannetje: scapus sterk gekromd; lengte 6-8mm. |
| Vliegperiode: juni-juli. |
| Habitat en Nesten: over het milieu en nestplaatsen is weinig bekend; de soort is o.m. een
steppebewoner van de Balkan en de Oekraïne. Volgens Westrich (1989): nestelt in verlaten nesten van schoorsteenwesp, kevergangen in dood hout, afgestorven holle plantenstengels. |
Bloembezoek
Buiten Nederland onder meer kool, kranssalie, kruipende boterbloem. slangenkruid, tripmadam en duizendblad.(Peeters et al 2012, Westrich 2018).(zie ook litearuur onderzoek Koster, 1986). |
| |
 |
| |
| |