Gewone langhoornbij
Eucera longicornis
Bovenkant borststuk (mesonotum) diep en dicht gepuncteerd, Mannetje met zeer lange antennen
Lengte: vr & m 14-16 mm
Lees meer
 
 
 
 

Grafiek en kaartje naar T.M.J .Peeters et al.
Vrouwtje: het 2e en 3e tergiet opzij zonder haarvlekken; borststuk boven gelijkmatig en grof rimpelig gepuncteerd; de punten liggen nagenoeg tegen elkaar.
Mannetje: antennen zeer lang; borststuk boven dicht en grof gepuncteerd; de afstand tussen de punten is kleiner dan de doorsnede van de punten; eerste voetlid (metatarsus) zeer zwak gebogen (lastig te zien) en aan de binnenkant onder met een klein, kort bundeltje haar.
Vliegperiode: eind mei-eind juli
Habitat: bosranden, holle wegen, bermen; ook stadsbermen en tuinen in stadsranden (In ieder geval in Maastricht) en dijktaluds. Meestal op matig voedselrijke tot voedselrijke bodems.
Nesten: de gewone langhoornbij graaft zelf nesten in de grond, die vaak in groepen bij elkaar liggen. Bouwman (1908) geeft tekeningen van uitgegraven nesten met een broedcel. De broedcellen kunnen ook door tussenschotjes gescheiden achter elkaar liggen. Soms gebruiken twee vrouwtjes dezelfde nestingang (communale levenswijze). De soort overwintert als imago. (bron: zie onderstaande link)
Voorkomen in Nederland: Zeldzaam in Midden en Zuid-Limburg; elders zeer zeldzaam.
Bloembezoek
Is geheel afhankelijk van (gespecialiseerd op) vlinderbloemigen: aardaker, boslathyrus, gewone rolklaver, heggenwikke, hokjespeul, luzerne, rode klaver, veldlathyrus, vogelwikke, witte klaver.
Beheer: het vegetatietype waarin langhoornbijen foerageren worden in Noordwest-Europa meestal 2 x per jaar gemaaid. Floristisch kan dit heel gunstig zijn, maar voor de fauna, vooral voor de wilde bijen is het vaak rampzalig. Veel van deze vegetatie met vinderbloemige zouden later en gefaseerd moeten worden gemaaid. Het beheer moet vooral worden gericht op bovenstaande drachtplanten. In Zuid-Limburg zou langs bosranden boslathyrus sterk gestimuleerd moeten worden. Hierbij moet ook worden gedacht aan verspreiding van zaden, afkomstig van de dichtstbijzijnde bronnen.
 
Gewone langhoornbij - Eucera longicornis mannetje (©Lucarelli)
 
Gewone langhoornbij - Eucera longicornis mannetje (©Alvesgaspar)
 
Gewone langhoornbij - Eucera longicornis op middelste klaver mannetje (Foto ©Urs und Pia Rindlisbacher http://www.insektenwelt.ch) Terug
 
Gewone langhoornbij - Eucera longicornis mannetje op boslathyrus
 
Gewone langhoornbij - Eucera longicornis mannetje
 
Gewone langhoornbij - Eucera longicornis mannetje op boslathyrus
 
Gewone langhoornbij - Eucera longicornis vrouwtje op boslathyrus Terug
 
Gewone langhoornbij - Eucera longicornis vrouwtje op boslathyrus
 
 
Gewone langhoornbij - Eucera longicornis vrouwtje op boslathyrus
 
Gewone langhoornbij - Eucera longicornis vrouwtje op boslathyrus
 
Gewone langhoornbij - Eucera longicornis vrouwtje op boslathyrus
 
Gewone langhoornbij - Eucera longicornis op hokjespeul Terug
 
Gewone langhoornbij - Eucera longicornis vrouwtje op witte klaver Terug
 
Gewone langhoornbij - Eucera longicornis sterk afgevlogen vrouwtje Terug
 
 
Natuurtuin CNME Maastricht Terug
Natuurtuin CNME Maastricht bewijst dat natuurtuinen kunnen bijdragen aan het in stand houden bedreigde soorten
Het is vaak gezegd dat natuurtuinen een bijdrage kunnen leveren om bedreigde soorten in stand te houden. Maar nu het bewijs.
In het geval van Maastricht kan dat worden gegeven.
De gewone langhoornbij is een soort die niet alleen tamelijk schaars was, maar de vorige eeuw ook nog eens sterk achteruit is gegaan. Het is een rode lijstsoort geworden.
Rode lijsten zijn lijsten waarop per land de in hun voortbestaan bedreigde dier- en plantensoorten staan.
In de Natuurtuin van het CNME komt de gewone langhoornbij talrijk voor. zeker meer dan 100 vrouwtjes. Hiermee mogen we stellen dat deze natuurtuin substantieel bijdraagt aan het in stand houden van deze bijzondere bij.
Opvallend is dat er naast de gewone langhoornbij nog tientallen andere soorten wilde bijen voorkomen. Dit is in de eerste plaats toe te schrijven aan het groot aantal inheemse drachtplanten die er in deze tuin aanwezig is. En de voornaamste planten zijn in een hoeveelheid aanwezig dat veel wilde bijen er kunnen foerageren. In de eerste plaats de gewone langhoornbij die in de natuurtuin van CNME in hoofdzaak op boslathyrus vliegt en in mindere mate op hokjespeul en klaver.
 
Natuurtuin CNME Maastricht met onder meer boslathyrus, bont kroonkruid - Terug
 
Wilde marjolein op de voorgrond met onder meer wilde cichorei - Terug
 
Gele ganzenbloen, korenbloem en peen - Terug
 
Bont kroonkruid Terug