Invloed extensieve en intensieve recreatie op nestgelegenheid van wilde bijen
Naast het voorkomen van bijenplanten is voldoende nestgelegenheid de voornaamste voorwaarde voor substantiële populaties. Primair nestelt heidezijdebij op natuurlijke open plekken, maar deze verdwijnen meestal door successie. In de Nederlandse situatie lijken zandkantjes de meeste en waarschijnlijk de beste nestgelegenheid te vormen. Deze zandkantjes grenzen meestal aan vrij intensief gebruikte plekken op en langs heidevelden en heidevegetaties: wandel- en ruiterpaden, oude recreatief gebruikte hessenwegen, brandgangen. Afgezien van het reguleren van heidebeheer, is speciaal beheer niet noodzakelijk zolang de lintvormige, met zandkantjes geflankeerde elementen blijven bestaan.
 
Een infomeel recreatief paadje in de duinen van Vlieland. De nestplaatsen van de heidezijdebij zijn met N gemarkeerd.
 

Een fragment van een kantje

 
Een nestplaats langs het bovenstaande paadje
 
Een nestingang
 
Een fragment van het bovenstaande paadje: nestingangen van de heidezijdebij
 
Een pad langs de Kroonpolders
 
Nestplaatsen - Op het pad nestelt de zeldzame schorzijdebij. langs het pad is het gras te hoog en de vegetatie te dicht. Recreatie draagt ook hier bij aan een stukje biodiversiteit op Vlieland
 
Nestplaatsen - Op verschillende plekken komen nesten van schorzijdebij talrijk voor.
 
Bospaden - In bossen zien we het zelfde verschijnsel. Recreanten en extensief gemotoriseerd verkeer zorgen voor plekken waar wilde bijen kunnen nestelen.
 
Bospaden: de overgang van pad naar "berm
 
Bospaden - Een nestplaats op de overgang van pad naar grazige begroeiing.
 
Zandafgraving Kwintelooijen
 
Milieu grijze zandbij en andere bijen in de zandafgraving Kwintelooijen ---
-
http://www.geosites.nl/publicaties/69
De grijze zandbij graaft een nest in leemarm tot leemrijk zand; zowel op vlakke bodems als op steilkantjes; de bodem is meestal kaal of ijl begroeid. Op droge voedselarme plekken kunnen grote aantallen nesten voorkomen: honderden, soms duizenden nesten.
Voor de zandafgraving Kwintelooijen en omgeving is dat in beeld gebracht.
De zandafgraving ligt in de gemeente Rhenen, maar dicht bij de grens van Veenendaal. De afgraving is vermoedelijk in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan. In die tijd werd deze in ieder geval zeer grootschalig en intensief geëxploiteerd. Grote vrachtwagens reden continue af en aan. Begin jaren tachtig is de exploitatie van de zandafgraving Kwintelooijen gestopt. Er was toen een gat ontstaan van ruim 70 ha. In de jaren zeventig waren wilgen en allerlei bijensoorten al volop aanwezig. Vooral de bijen die op wilgen vlogen hadden in combinatie met open grond een optimaal milieu.
Door het staken van het afgraven, het omvormen tot recreatiegebied, het aanbrengen van beplantingen en de vrij strenge toegangsregels groeide de zandafgraving zo snel dicht, dat gevreesd moest worden voor het voortbestaan van grote kolonies wilde bijen en wespen. Op veel plekken was dat al het geval. Zelfs omvangrijke oeverzwaluwwanden die ook grote kolonies wilde bijen bevatten werden geëgaliseerd.
Door allerlei vormen van recreatie bleef op veel plekken de bodem toch continu open. Dit kwam direct door het gebruik (wandelen, sporten, spelen etc.), maar vooral ook door de erosie die daarvan het gevolg was. Je zou kunnen stellen dat recreanten de bijen hebben gered.
Vooral het geologisch monument zit vol met wilde bijen. Daarnaast nestelen ook veel bijen langs de paden en erosiegeulen die al in de jaren tachtig zijn ontstaan.
Hoe verder -- De pioniervegetatie van wilgen is inmiddels tot een wilgenbos uitgegroeid. Door successie zullen de wilgen de komende decennia sterk verminderen. Nieuwe wilgen krijgen door begrazing en het verder sluiten van de bodem mogelijk geen kans. Dit aspect zou nader moeten worden onderzocht. Ook het intensieve recreatieve gebruik van het geologisch monument moet kritisch worden gevolgd. Volledige afsluiting betekent een decimering van de wilde bijen, maar onduidelijk is wat het effect van recreatie is op een langere termijn van bijvoorbeeld 30 tot 50 jaar.
In de buurt van zandafgravingen komen kolonies en nestaggregaties ook voor in matig open grasland op schrale bodems, langs zandpaden door open terrein en op andere open zandige plekken onder meer rustplaatsen en schuurplaatsen van runderen die voor extensieve begrazing zijn geïntroduceerd. Het laatste is het geval op plantage Willem III waar Galloways voor het beheer zijn ingevoerd.
 
Het geologisch monument- Dit monument wordt (te) intensief gebruikt maar de bijen lijden daar niet onder
 
Geologische monument: Langs de paden, steilkantjes en hellingen nestelen de bijen
 
Nestingangen van de grijze zandbij
 
Oorzaak - Allerlei trim-, sport- en wandelgroepen en individuele recreanten maken gebruik van deze toegang naar de top van dit monument. Dit keer een familiereünie..
 
Gevolg - Plekken waar grijze zandbij nestelt 1, zwartbronzen zandbij 2, zwart-rosse zandbij 3, overige nesten 4