Alternatieven voor inzaaien van akkeronkruiden en andere een- of tweejarige soorten
Inzaaien is niet altijd even praktisch omdat het tamelijk arbeidsintensief kan zijn. Wortelonkruiden vormen een steeds terugkerend probleem, waar zonder chemische bestrijding bijna niet aan te ontkomen is. Bij het overgrote deel van de ingezaaide terreinen, waaronder akkerranden, bermen en taluds is vergrassing en/of verruiging binnen 2 tot 5 jaar het eindstadium. Maar ook daarna gaat de concurrentie door. Dat wil niet zeggen dat inzaaien ecologisch gezien zinloos is.
Het inzaaien van planten kan gecombineerd worden met de ontwikkeling van een min of meer bloemrijke grazige begroeiing. Deze begroeiingen zien er in het grootste gedeelte van Nederland veel minder spectaculair uit dan een ingezaaide bloemakker, akkerrand of berm. Maar door de stabiliteit kan een goed beheerde berm of akkerrand met overblijvende planten de ecologische kwaliteit van een ingezaaide begroeiing van eenjarige planten ver overtreffen. Vaak ontstaan deze vegetaties spontaan. Door beheer kan daar in worden gestuurd. Zie onder de link platteland.
Het ene sluit het ander niet uit. De vraag is of de aandacht voor verschillende vegetatietypen in evenwicht is en of er niet te veel aandacht wordt geschonken aan het inzaaien van allerlei landschapselementen met kleurrijke bloemenmengsels.
Als het om dracht gaat, is het de vraag of het aantal bijenlinten van eenjarige soorten in verhouding staat met de voedselbehoefte van honingbijen. Het bezoek van honingbijen is vaak matig of zelfs geheel afwezig. Wat ik al meer dan 20 jaar aan imkers vertel in mijn lezingen en workshops: zet de bijenvolken ook in de buurt van akkerranden of voor bijen ingezaaide bermen dan zien de mensen ook dat het werkt.
Maatwerk en diversiteit in voedselbronnen voor wilde bijen en andere insecten is niet alleen goed voor de totale biodiversiteit, maar zeer waarschijnlijk ook voor honingbijen die uit verschillende en meer stabiele voedselbronnen kunnen putten. Op dit punt is op het platteland nog heel veel te bereiken. Meestal minder specatulairmaar wel veel duurzamer.