Gele hommel
Bombus distinguendus
Gele hommel - Bombus distinguendus is een opvallende geel behaarde soort met grote koninginnen; de kleur van de beharing is tamelijk constant.
Lengte: kon. 20-22mm; w 11-18mm; m 14-16.
Lees meer

Grafiek en kaartje naar T.M.J .Peeters et al.
Werkster en koningin: borststuk tussen de vleugels met een zwarte band; lichaam verder bruingeelachtig behaard; lengte kon. 20-22mm; w 14-16mm.
Mannetje: tweede tergiet met zwarte haren; lengte 14-16 mm.
Vliegperiode: eind maart tot begin september
Nesten: meestal onder de grond onder meer in muizennesten, maar ook in graspollen, vogelnesten en gebouwen (link wildbienen)
Habitat: bloemrijke bosranden en grazige vegetatie.
Bloembezoek
Gewone berenklauw, gewone brunel, gewone rolklaver, gewoon biggenkruid, hondsdraf, knoopkruid, rode klaver, slangenkruid, speerdistel, vogelwikke (M.Roos, 2012.)
Voorkomen in Nederland: verdwenen.
Koekoeksbijen: Bombus barbutellus.
Samenvatting Peeters, T.M.J., Raemakers, I. P., Smit, Jan: Een opvallende soort met grote koninginnen en veel grootteverschil tussen de werksters. De soort lijkt op de zandhommel, maar ze is veel geler en op het achterlijf ontbreken zwarte haarrijen. De gele hommel werd vroeger vrijwel door het gehele land aangetroffen. Vanaf 1960 zijn slechts een tiental vindplaatsen bekend, de laatste waarneming komt van Staphorst (1984). De soort wordt meestal in open terreinen zoals bloemrijke hooi- en graslanden gevonden, maar ook langs bosranden en in lichte bossen. Het nest wordt zowel onder- als bovengronds aangelegd. De grootte van een volk ligt tussen de 30 en 120 dieren. Zelfs bij het uitgraven van haar nest wordt deze soort niet agressief. Als koekoekshommel wordt Bombus barbutellus genoemd. De soort is polylectisch. De overwinterende koninginnen verschijnen vanaf half april, de werksters vanaf begin juni, de jonge koninginnen en mannetjes vanaf juli. De vliegtijd loopt tot in september.
 
Gele hommel - Bombus distinguendus -  
 
Gele hommel - Bombus distinguendus