Bijen en vlinders passen bij elkaar: bijenbeheer is vlinderbeheer
Bijenbeheer is vlinderbeheer en andersom. Bloemrijke vegetaties zijn voorwaarden voor het voorkomen van allerlei insecten van andere families zoals kevers, zweefvliegen, gaasvliegen en vlinders. Vegetatiebeheer en landschapsbeheer die gericht zijn  op kleinschaligheid en bloemenrijkdom in verschillende vegetatiestructuren is niet alleen gunstig voor de wilde bijen, maar ook voor veel andere insecten van andere insectenfamilies. Het overgrote deel van de plantensoorten waar bijen nectar verzamelen wordt ook door dagvlinders bezocht. Zie tabellen op de startpagina. De tabellen zijn gebaseerd op eigen waarnemingen. Het criterium voor nectarplant is als vlinders enige tijd zichtbaar nectar zuigen, dat wil zeggen dat ze hun tong in de bloem hebben. Vlinders zitten ook vaak op bloemen te zonnen zonder nectar te zuigen. Bij de eerdere lijst en in het plantenvademecum is dat criterium niet steeds gehanteerd. Alle vlinderplanten zijn nog niet in de tabellen verwerkt, die zullen van tijd tot tijd worden toegevoegd.
Gedifferentieerd landschaps- en groenbeheer in combinatie met fauna vriendelijke landschapselementen zoals bosjes, houtwallen, singels, zandige greppelkantjes voorzien ook in de andere levensvoorwaarden van bijen en vlinders. Voor bijen is dat nestgelegenheid, voor vlinders allerlei waardplanten waar rupsen van moeten leven.
Vroeger, vooral tot ca. 1980,  verzamelde men vaak (te) veel insecten zonder zich af te vragen hoe deze insecten in het  landschap in stand konden worden gehouden. Tegenwoordig is het meestal andersom of probeert men door middel van fotografie of herkenning in het veld (vlinders, libellen etc.) insecten te inventariseren.
Literatuur
Bak, A., W. Oorthuijsen & M. Meijer, 1998. Vlindervriendelijk wegbermbeheer langs de A58 in Zeeland. De Levende Natuur 99 (7): 261-267.
Bos, F., M.Bosveld, D. Groenendijk, C. van Swaay, I. Wynhoff & de Vlinderstichting, 2006. De dagvlinders van Nederland: verspreiding en bescherming. Nederlandse fauna 7. Leiden, Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey - Nederland. 381 p.
Elbert, G., 1991. Die Schetterlinge Baden-Württembergs. Band 1 Tagfalter1. Ulmer,Stuttgart. 552 p.
(Tabel met vlinder(nectar)planten): 148-181).
 
Nectarleverende drachtplanten zijn ook vlinderplanten. Vlinders vergroten de betekenis van drachtplanten en vlinders en bijen samen vegroten de betekenis van uw tuin en de openbare ruimte.
 
Dagpauwoog en gewone behangersbij op koeienoog Terug
 
Dagpauwoog en gewone behangersbij op koeienoog Terug
 
Dagpauwoog en gewone behangersbij op koeienoog Terug
 
Dagpauwoog en aardhommel op koeienoogTerug
 
Dagpauwoog en aardhommel op koeienoogTerug
 
Dagpauwoog en grasbij op koeienoog Terug
 
Dagpauwoog en grasbij op koeienoog Terug
 
Landkaartje en honingbijen op Zijdeplant Terug
 
Landkaartje en honingbijen op Zijdeplant Terug
 
Landkaartje en honingbijen op Zijdeplant Terug
 
Landkaartje en honingbijen op Zijdeplant Terug
 
Parelmoervlinder en aardhommel op rode klaver Terug
 
Parelmoervlinder en honingbij op ossentong Terug
 
Dagpauwoog en honingbijen op Aster ageratoides Terug
 
Honingbij en gehakkelde Aurelia op Sedem telephium cv. Terug
 
Icarusblauwtjes en aardhommel op echte kruisdistel  
 
Koolwitje en tronkenbij op heelblaadjes Terug
 
Vuurvlindertje en honingbij op boerenwormkruid Terug
 
Gehakkelde aurelia en aardhommel op rode zonnehoed Terug
 
Gehakkelde aurelia en aardhommel op rode zonnehoed Terug