Fluitenkruidbij
Andrena proxima
Zwarte behaarde bijen met witte onderbroken haarbanden op de tergieten, een glanzend achterlijf en vrij grof gerimpeld middenveld
Lengte: vr & m 8-10mm
Lees meer
 
 
 

Grafiek en/of kaartje naar T.M.J .Peeters et al.. Waarneming.nl. en anderen.--
Vrouwtje: bovenkant borstststuk bruinachtig, maar verblekend behaard; frimbria bruingrijsachtig; scopa witachtig; vleugels bruinachtig; lengte 8-10mm.
Mannetje: kop en borststuk grijs(wit)achtig behaard; sternieten met duidelijke haarbanden op het eind; lengte 8-10mm.
Vliegperiode: april-mei.
Habitat:Foerageert vooral langs houtige begroeiingen inclusief stedelijke beplantingen; verder in bermen en op taluds (Koster 2000). Iin het algemeen op voedselrijke en min of meer gestoorde plaatsten.
Nesten en milieu: in lichte minerale bodems, van zand tot zavel.
Bloembezoek
Is geheel afhankelijk van (gespecialiseerd op) schermbloemen: dollekervel, fluitenkruid,gevlekte scheerling, gewone berenklauw, zevenblad.
Voorkomen in Nederland: waarschijnlijk in het grootste deel van het land dun verspreid, maar vrij algemeen. In ieder geval beneden de lijn Amsterdam - Zutphen.
Koekoeksbijen: Nomada conjungens
Beheer: beheer van fluitenkruid lijkt niet noodzakelijk. De evaring leert dat fluitenkruid in relatie met houtige begroeiingen een redelijk goede drachtplant kan zijn. Vooral in combinatie met houtige begroeiing mag fluitenkruid niet voor of tijdens de bloei worden gemaaid. Fuitenkruid is ook voor andere bijen van betekenis.
 
Fluitenkruidbij - Andrena proxima (vr) - Terug
 
Fluitenkruidbij - Andrena proxima (vr) - - Terug
 
Fluitenkruidbij - Andrena proxima (vr) - Terug
 
Fluitenkruidbij - Andrena proxima (vr) - Terug
 
Nomada conjungens (langspriet wespbij) Terug