Gewone dwergbloedbij
Sphecodes - miniatus
Kleine weinig behaarde bijen met een gedeeldelijk rood gekleurd achterlijf
Lengte: vr & m 5-6 mm
Lees meer
 
 
 

-Grafiek en kaartje naar T.M.J .Peeters et al.-
Kleine weinig behaarde bijen met een gedeeltelijk rood gekleurd achterlijf; 1e-3e tergiet  rood , de overige zwart; lengte 5-6 mm.
Vrouwtje: kaken met een zijtandje, pronotum hoeken scherp (Peeters et. al. 2012).
Mannetje: met viltvlekken op de antennen (Peeters et. al. 2012).
Vliegperiode: maart - september.
Habitat: op allerlei zandige plaatsen; in Utrecht in de stad (parkeerplaats bij Zwarte Water) op klein streepzaad verzameld (det. H. Wiering).
Nesten en levenswijze: parasiteren op groefbijen.
Bloembezoek
Vliegt in hoofdzaak op composieten onder meer gewoon duizendblad, muizenoor, paardenbloem en reukeloze kamille; verder ook op fluitenkruid (Westrich, 1989).
Voorkomen in Nederland: Beneden de lijn IJmuiden - Groningen algemeen, daarboven zeldzaam
Koekoeksbijen: is zelf een koekoeksbij. Als gastheren worden onder andere gemeld de kleine groefbijen Lasioglossum nitidiusculum, L. sexstrigatum en L morio (Westrich 1989). Overigens moeten we daarbij in de gaten houden dat Westrich toen Sphecodes miniatus en S. marginatus niet als aparte soorten onderscheidde. Vegter (1993) meldt als mogelijke gastheer in Drenthe tevensLasioglossum sexstrigatum.
 
Gewone dwergbloedbij - Sphecodes - miniatus (vr) Terug
 
Gewone dwergbloedbij - Sphecodes - miniatus (m) Terug