Bosgroefbij
Lasioglossum fratellum
Binnen het geslacht valt de bij op door het ontbreken van de viltige haarvlekken op het basale deel van de rugsegementen. Het mannetje vooral door de zeer lange antenne.
Lengte: 6-8 mm
Lees meer
 

Grafiek en/of kaartje naar T.M.J .Peeters et al.. Waarneming.nl. en anderen.
Vrouwtje en mannetje: Afgezien van de zeer lange antenne van het mannetje lijkt de vrouwtje het evenbeeld van het mannetje. Het zijn zwarte bijen, zonder basale haarvlekken op tergieten. Het borststuk is mat en zeer fijn en dicht gepuncteerd Lengte 6-8 mm.
Vliegperiode: april -september (oktober)
Habitat: voornamelijk op lichtdoorlatende plekken in bossen en bosranden langs en heidenvelden en hoogvenen.
Nesten en milieu: nestelen in zandige grond.
Bloembezoek
Blauwe bosbes, blauwe knoop, gewoon biggenkruid, grasklokje, rode bosbes (Peeters et al. 2012). Volgens Stevens ook: blauwe knoop, tormentil, struikhei, zandblauwtje.
Voorkomen in Nederland: vrij zeldzaam in de oostelijke helft van het land.
Beheer: voornamelijk bosbeheer.
 
Plaat Terug
 
Bosgroefbij (vr) Terug